Door Dr. Mark Atkinson, medisch adviseur bij LiveHelfi
Vorig jaar werkte ik met een cliënt (laten we haar Emma noemen) die bij me kwam omdat ze zich voortdurend moe voelde. Ze beschreef dat ze niet uitgerust wakker werd, moeite had zich te concentreren op haar werk en afhankelijk was van cafeïne om de dag door te komen. Ze was niet duidelijk ziek, maar ze wist dat er iets niet klopte.
Toen we haar voeding bekeken, at ze eigenlijk wat velen een “gezond dieet” zouden noemen: veel groenten, volkorenproducten en magere eiwitten. Op papier haalde ze haar calorie- en eiwitdoelen. Maar in de functionele geneeskunde, een benadering die zich richt op de oorzaken van gezondheidsoptimalisatie, kijken we niet alleen naar de hoeveelheid voedsel. We vragen ons ook af hoe het lichaam die voedingsstoffen verteert, opneemt en gebruikt.
Om meer duidelijkheid te krijgen, liet ik een uitgebreid aminozuurprofiel maken. De resultaten waren veelzeggend. Emma’s totale eiwitinname leek goed, maar de verdeling van aminozuren was uit balans. Ze had consequent lage waarden van bepaalde essentiële aminozuren (lysine, tyrosine en glycine), terwijl andere ruim voldoende waren. Deze disbalans kan verschillende oorzaken hebben: een beperkte variatie in eiwitbronnen, problemen met de spijsvertering of een mismatch tussen inname en individuele behoeften.
Op basis hiervan maakten we enkele gerichte aanpassingen. Emma begon een bredere variatie aan eiwitrijke voedingsmiddelen in haar dieet op te nemen, waaronder bronnen die ze eerder niet vaak gebruikte. We vulden dit aan met enkele specifieke aminozuursupplementen om de tekorten op te vangen. Daarnaast werkten we aan het verbeteren van haar spijsvertering, zodat haar lichaam beter kon opnemen wat ze al at.
In de drie maanden daarna beschreef Emma geleidelijke veranderingen. Ze merkte een stabieler dagelijks ritme, meldde meer rustgevende nachten en gaf aan dat haar algemene gevoel van welzijn anders aanvoelde.
Waarom aminozuren belangrijker zijn dan je denkt
De meeste mensen zien eiwit als één geheel: je eet kip, je krijgt eiwit, punt. Maar je lichaam bekijkt het anders. Zodra eiwit je spijsverteringsstelsel bereikt, wordt het afgebroken tot de afzonderlijke aminozuren. Die aminozuren worden vervolgens de bouwstenen voor vrijwel alles wat je lichaam nodig heeft om te functioneren.
Stel je voor dat je lichaam een bouwplaats is: aminozuren zijn het hout, de stalen balken en het beton. Zonder de juiste materialen in de juiste hoeveelheden verloopt het bouwproject (of dat nu spieropbouw, de aanmaak van moleculen of weefselherstel is) niet optimaal.
Ik werk al meer dan twintig jaar met patiënten en ik ben telkens weer verrast door hoe vaak aminozuurdisbalansen over het hoofd worden gezien in iemands voedingspatroon.
Het verhaal van essentieel versus niet-essentieel
Je lichaam kan bepaalde aminozuren zelf aanmaken. Deze noemen we niet-essentiële aminozuren – al is die naam wat misleidend, want ze maken nog steeds deel uit van veel natuurlijke processen in het lichaam. De aminozuren die je lichaam niet kan aanmaken, de essentiële aminozuren, moet je via voeding binnenkrijgen.
Binnen de voedingswetenschap is er ook interesse in situaties waarin niet-essentiële aminozuren extra aandacht krijgen. Onderzoekers hebben bijvoorbeeld gekeken naar hoe leefstijlfactoren de balans van aminozuren kunnen beïnvloeden.
Neem glycine: hoewel het tot de niet-essentiële groep behoort, komt het van nature voor in eiwitten zoals collageen. Glycine is bovendien een onderwerp van wetenschappelijke interesse in verband met voeding en welzijn.
Kwaliteit is belangrijker dan kwantiteit
Een van de grootste fouten die ik zie, is dat mensen zich alleen richten op hun eiwitdoelen zonder te letten op de kwaliteit van de aminozuren. Je kunt 30 gram eiwit binnenkrijgen uit een sterk bewerkte eiwitreep of 30 gram uit wilde zalm, maar je lichaam reageert daar heel verschillend op.
Dierlijke eiwitten (vlees, vis, eieren, zuivel) leveren wat we complete eiwitten noemen. Ze bevatten alle essentiële aminozuren in verhoudingen die nauw aansluiten bij wat je lichaam nodig heeft. Plantaardige eiwitten kunnen ook uitstekend zijn, maar ze moeten vaak strategisch gecombineerd worden om het complete spectrum te dekken.
Ik pleit hier niet voor een specifiek dieet. Ik heb succesvol gewerkt met vegetariërs, carnivoren en alles daartussenin. Het belangrijkste is te begrijpen wat je binnenkrijgt en verstandige aanpassingen te maken op basis van je individuele behoeften.
Het perspectief van functionele geneeskunde
In de functionele geneeskunde bekijken we aminozuren niet alleen als bouwstenen voor eiwitsynthese. We zien ze ook in de bredere context van hun rol in het metabolisme.
Hoeveel eiwit?
Algemene aanbevelingen voor volwassenen liggen vaak rond 0,8 g per kilogram lichaamsgewicht per dag als basisinname. In sport- en actief-ouder-worden-literatuur worden vaak innames van 1,2–1,6 g/kg/dag besproken, afhankelijk van doelen, voedingspatroon en voorkeuren. De behoeften verschillen per persoon; overweeg persoonlijk advies in te winnen.
Wat betreft maaltijdverdeling geven veel deskundigen de voorkeur aan het spreiden van eiwitinname over de dag, in plaats van het merendeel in één maaltijd te concentreren.
Individuele verschillen
Er is steeds meer aandacht voor bio-individualiteit – het idee dat mensen verschillend kunnen reageren op vergelijkbare voedingspatronen. Onderzoek verkent regelmatig hoe factoren zoals leefstijl, omgeving en persoonlijke variatie samenhangen met voeding. Er bestaat dus geen aanpak die voor iedereen werkt.
In de praktijk
Als je net begint aandacht te besteden aan aminozuren, start dan met de kwaliteit van je voeding. Richt je op complete eiwitten uit bronnen die je goed verdraagt. Let erop hoe verschillende eiwitbronnen je laten voelen. Sommige mensen doen het beter met vis en eieren, anderen met vlees, en weer anderen met zorgvuldig gecombineerde plantaardige eiwitten.
Denk ook aan het moment van je eiwitinname. In plaats van het grootste deel bij het avondeten te nemen, kun je het beter gelijkmatiger over de dag verspreiden.
Als je nieuwsgierig bent naar aminozuren, begin dan met ontdekken wat elk afzonderlijk aminozuur doet en bekijk vervolgens hoe dit aansluit bij je eigen doelen, voeding en leefstijl. Individuele aminozuren kunnen nuttige hulpmiddelen zijn, maar ze werken het best wanneer je ze doordacht kiest en afstemt op wat je lichaam werkelijk nodig heeft – niet door ze zomaar bovenop alles toe te voegen. Hoe beter je begrijpt hoe ze functioneren, hoe zelfverzekerder je zult zijn bij het selecteren van de aminozuren die het meest bij jou passen.
Het grotere plaatje
Aminozuren laten zien dat voeding niet alleen draait om totalen – maar ook om de specifieke bouwstenen die je dagelijks kiest. Bewuste keuzes over eiwitkwaliteit, maaltijdpatroon en – waar passend – zorgvuldig geselecteerde supplementen kunnen helpen om met vertrouwen weloverwogen beslissingen te nemen.
Voor wie dieper wil duiken in aminozuren en evidence-based supplementatiestrategieën, behandel ik deze onderwerpen uitgebreid in Supplement Mastery Pro, inclusief toegang tot onze intelligente protocoladviseur die helpt persoonlijke benaderingen te ontwerpen op basis van individuele behoeften en doelen.





